Diabetes is een zeer complexe ziekte die verschillende organen en systemen kan aantasten. Zo kunnen door verkalking de slagaders dichtslibben waardoor de bloedvoorziening vermindert, en kunnen zenuwen ontsteken (polyneuritis) waardoor het gevoel kan verminderen of verdwijnen. Dit heeft ook een invloed op de voet. 

Er treden aldus veranderingen op in de stand van de voet waarbij op sommige plaatsen meer druk ontstaat (drukplaatsen). Daarnaast maakt diabetes mensen ook gevoeliger voor infecties door schimmels en bacteriën.

Letsels aan de voeten komen bij mensen met diabetes vaak voor. Soms vallen kleine wondjes niet op omdat men de pijn niet voelt. Een slechte doorbloeding zal er ook voor zorgen dat deze wondjes moeilijk of niet genezen. Slecht verzorgde wondjes geraken bovendien gemakkelijker besmet. De chronische voetproblematiek bij diabetici noemen we de diabetische voet.

Komt het vaak voor?

In België lijden er naar schatting 250 000 mensen aan diabetes. Voetproblemen door diabetes zijn nooit het eerste teken van de ziekte, maar eerder een laattijdige complicatie. Een diabetische voet komt vooral voor bij diabetes type 1, na de leeftijd van 30 jaar bij mensen die al meer dan 15 jaar diabetes hebben, en bij diabetes type 2, omdat deze mensen vaak al wat ouder zijn en andere ziekten hebben die hiertoe bijdragen.

Hoe kun je het ontdekken?

Er ontstaan kleine tot grotere slecht genezende wonden op de drukplaatsen van de voet, meestal de bal en de hiel. De bodem van de wonde is vaak niet mooi rood, maar bedekt met etter, een vuil-geel beslag of donkere korst. Aan de wondrand zie je geen herstel. De wonde vertoont dus niet de neiging om te verkleinen. Soms zie je in de eeltplekken donkerblauwe bloeduitstortingen. Die beschouwt men als een voorloper van een voetzweer.
Bij slechte doorbloeding voelt de voet vaak kouder aan en wordt die zelfs wat blauw. Door de zenuwaantasting verandert het gevoel: je voelt soms geen pijn, warmte of koude meer, dan weer zijn er tintelingen. Dikwijls ontstaan er ook misvormingen van de voet zoals hamertenen, platvoeten e.d. Een speciale vorm is de ziekte van Charcot, die begint met zwelling, milde pijn, roodheid en verhoging van de temperatuur. Nadien volgen zware misvormingen door aantasting van de gewrichten en fragmentering van het bot.

Hoe stelt een arts deze aandoening vast?

De arts controleert systematisch bij alle mensen met diabetes minstens eenmaal per jaar de voeten. Hij heeft dan vooral aandacht voor gevoelsstoornissen, doorbloedingsstoornissen en misvormingen van de voet. Er is een verhoogd risico in geval van:
– aanwezigheid van eelt met bloeduitstorting,
– voetzweren en/of infectieproblemen in het verleden,
– aanwezigheid van huidletsels en blaren op de voet,
– misvormingen aan voeten of tenen,
– slechte voethygiëne,
– gevoelsveranderingen ter hoogte van de voeten (gevoelloosheid, tintelingen),
– slechte doorbloeding en operaties aan de bloedvaten in het verleden,
– slechte controle van de bloedsuiker onder behandeling, aantasting van ogen en nieren,
– sociaal isolement en psychiatrische problemen,
– roken.
De arts deelt de voetproblemen in in een van de 4 risicoklassen:
– Klasse 0: geen gevoelsstoornissen, geen doorbloedingsproblemen, lichte misvormingen aan de voet.
– Klasse 1: gevoelsstoornissen, verder zoals klasse 0.
– Klasse 2: gevoelsstoornissen, doorbloedingsstoornissen, plus minstens één van de volgende symptomen: spieraantasting, beperkte beweeglijkheid van de gewrichten, verandering in de manier van lopen en de plaatsing van de voet.
– Klasse 3: voetzweer gehad, gehele of gedeeltelijke amputatie van een voet in het verleden.
Op basis van deze vaststellingen beslist hij of verder onderzoek nodig is, eventueel in samenwerking met een specialist in de orthopedie en/of een vaatspecialist.

Wat kan je er zelf aan doen?

Om een diabetische voet te voorkomen zijn volgende adviezen uitermate belangrijk:

  • Zorg dat je diabetesbehandeling goed op punt staat. Een normale bloedsuikerwaarde ligt tussen 80 en 150 mg glucose per 100 ml bloed. Meet je bloedsuikerwaarden goed, noteer ze en pas de behandeling zo nodig aan. Lukt dat niet, raadpleeg dan je arts om de behandeling tijdig bij te sturen.
  • Let op je lichaamsgewicht en laat je desnoods begeleiden door een diëtist. Stop met roken.
  • Inspecteer je voeten dagelijks, ook de voetzolen en de ruimte tussen de tenen. Let hierbij speciaal op eelt, blaren, wondjes, kloven en blauwe plekken.
  • Voetverzorging:
    * was je voeten met een zacht washandje en lauw water en een niet-irriterende zeep.
    * heb je weinig gevoel in de voeten, dan is het nuttig om de temperatuur van het water te meten. Ideale temperatuur is rond 37°C.
    * laat je voeten niet langer dan 5 minuten in het water. Zo vermijd je dat de huid verweekt.
    * droog je voeten af met een zachte handdoek en vergeet zeker de ruimte tussen de tenen niet!
    * vijl de nagels recht zodat ze juist boven de rand uitsteken; gebruik hiervoor een vijl van hard karton. Gebruik geen metalen nagelknipper.
  • Loop niet blootvoets, ook niet in huis. Draag zachte sokken of kousen in katoen of wol.
  • Zorg ervoor dat je schoenen niet knellen en kijk ze na op drukplaatsen. Zorg dat ze ruim zitten, zonder puntige toppen en met een brede voorvoet, harde contrefort (binnenbekleding aan de hiel) en een hak van een tweetal cm hoog.
  • Vermijd het gebruik van een warmwaterkruik of kersenpitkussen; ga met je voeten nooit dicht bij een verwarmingstoestel zitten, want het kan zijn dat je kleine brandwondjes niet voelt!
  • Gebruik geen sterke, irriterende zalven voor de behandeling van likdoorns.

Wat kan je arts doen?

Bij wondinfectie schrijft je arts antibiotica en/of antischimmelmedicatie voor. In geval van een voetzweer, verwijdert hij dood materiaal en het eelt errond. Aangepast schoeisel en gebruik van zooltjes helpen om de druk op de wonde te verminderen. Er kan indien nodig tijdelijk een loopgips worden aangelegd.
Wanneer de wonde niet geneest, zal je arts het advies van de specialist inroepen. Zo nodig gebeurt de behandeling in het ziekenhuis.
Soms breidt de infectie uit in het weefsel rond de zweer (cellulitis), tot soms zelfs in het bot. In dat geval is een ziekenhuisbehandeling met hoge dosissen antibiotica nodig.
Bij de ziekte van Charcot is een langdurige gipsimmobilisatie van wel een halfjaar en soms een heelkundige correctie aangewezen.